Meervoudige problematiek komt steeds vaker voor in de gehandicaptenzorg. Dat vraagt om meer of andere vaardigheden van begeleiders. Zeker als cliënten eigenlijk géén hulp en bemoeienis willen. Waarom krijgen sommige begeleiders bij deze cliënten wel een voet aan de grond en anderen niet? Met steun van het Zorgondersteuningsfonds onderzochten Elsbeth Bank en Sylvia Loos, beide adviseur zorg en ondersteuning bij Sherpa, wat het verschil maakt.
“Stel dat een cliënt geen begeleiding wil. Dat hij de deur figuurlijk dichthoudt. Dat je je met niets mag bemoeien. Hoe kom je dan toch ‘binnen’? Een van onze begeleiders is gewoon op de bank gaan zitten bij zo’n cliënt. Alleen zitten, verder niets, elke week weer. Wachtend op een opening. En ja hoor, na 3 maanden vroeg de cliënt zelf of het niet eens tijd was om wat te gaan doen. Wat maakt dat deze begeleider dacht ‘dit is goed’? Sommige begeleiders hebben een fingerspitzengefühl, een nieuwsgierigheid. Ze vertrouwen erop dat ze in samenwerking komen met een cliënt. En dat lukt ze dan ook bijna altijd. Ze handelen vanuit een innerlijk weten, intuïtief. Dat wilden wij graag in beeld brengen. Want hoe mooi is het als (een deel van) deze kennis overdraagbaar is.”
“Ons onderzoek was ontzettend leuk en inspirerend. We bewogen steeds mee met wat zich aandiende, net zoals deze begeleiders bij hun cliënten doen. Toen we in de eerste interviewronde te vaak het gewenste vakjargon kregen, besloten we de tweede interviewronde anders aan te pakken. Met hulp van associatie probeerden we een diepere laag te bereiken. Dat was heel bijzonder. De begeleiders vertelden hoe zij zelf gevormd waren door het leven en hoe dat invloed had op hun werk. Er werden onbewuste gevoelens en patronen zichtbaar. Het was fijn dat we van het Zorgondersteuningsfonds de vrijheid kregen om ons onderzoek gaandeweg anders uit te voeren. Daardoor zijn we tot mooie resultaten gekomen.”
“Al die resultaten hebben we gebundeld in de toolbox ‘Stap in je eigen wijsheid’, met een korte film over ons onderzoek (zie hieronder), een gesprekstool, een cursus en verschillende spellen. Allemaal middelen en materialen waarmee begeleiders met elkaar en met cliënten in gesprek kunnen. En we geven aanbevelingen. Want wat de begeleiders die aan het onderzoek deelnamen gemeen hebben, is hun onderzoekende houding. Ze zijn niet gericht op oplossen maar op ontrafelen. En ze doen dat op zo’n manier dat ze aangesloten blijven bij de mensen die ze voor zich hebben, met een grote mate van sensitiviteit. Ze zijn ontspannen aanwezig en hebben het vermogen om het hier en nu als uitgangspunt te nemen en te accepteren. Eigenlijk is het een basis voor elke hulpverlener. Het zou daarom mooi zijn als we het breder kunnen verspreiden. Zodat nog meer cliënten beter geholpen kunnen worden.”
Kijk hieronder een videopresentatie over het onderzoek.