AAN VRAGEN

“Praten over seksualiteit verbetert de kwaliteit van leven”

Waarom vinden we het zo moeilijk te praten over een onderwerp dat zo belangrijk is als seksualiteit? Attitudes spelen een belangrijke rol, zeker als het om mensen met een verstandelijke beperking gaat. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds doet Wouter de Wit (34), gedragsdeskundige en consulent seksuele gezondheid bij Zuidwester, promotieonderzoek naar attitudes over seksualiteit. En hoe we daarmee om kunnen gaan. Want praten over seksualiteit kan toch gewoon?

“Hij masturbeert zo veel, is dat wel goed? Ze draagt altijd korte rokjes, kan dat wel? Als consulent seksuele gezondheid krijg ik veel vragen. Opvallend is dat die vragen vaak vanuit een risicoperspectief worden gesteld. Achter de vragen zit een, meestal onbewuste, attitude over seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking. Zoals ‘meisjes met een verstandelijke beperking moeten beschermd worden’ en ‘jongens met een verstandelijke beperking mogen niet te veel seks hebben’. Wie vanuit deze attitude een gesprek over seksualiteit begint, komt niet ver. De attitudes belemmeren een open gesprek.”

Wouter de Wit

“Sommige ouders en hulpverleners beginnen het gesprek niet eens. Omdat ze het moeilijk vinden. Of vanuit de gedachte dat mensen met een verstandelijke beperking kinderlijk zouden zijn. En bij kinderen zou seksualiteit niet spelen. Ook dit is een attitude. Praten over seksualiteit kan altijd. Zowel met mensen met een ernstige verstandelijke beperking die volledig afhankelijk zijn van zorg, als met mensen met een lichte verstandelijke beperking, een eigen baan en een eigen huis. Het is vooral de vraag hoe we dit gesprek kunnen voeren.”

“Ik ben ontzettend enthousiast dat het Zorgondersteuningsfonds het belang van dit onderzoek inziet. Seksuele vorming en begeleiding is heel belangrijk, ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Gewoon kunnen praten over seksualiteit verbetert de kwaliteit van leven en maakt hen weerbaarder. Bovendien is het risico op seksueel overdraagbare aandoeningen en misbruik kleiner als seksualiteit beter bespreekbaar is. Om dat gesprek mogelijk te maken, moeten we eerst weten welke attitudes er zijn. Daarom zijn we begonnen met een literatuurstudie. Er is al heel wat onderzoek naar de attitudes van ouders en hulpverleners gedaan. De attitudes van mensen met een verstandelijke beperking zijn echter in beperkte mate onderzocht. Mijn doel is de attitudes van deze drie groepen op een zorgvuldige manier bij elkaar te brengen. En zo een praktische werkmethode te ontwikkelen om seksualiteit op een open manier te kunnen bespreken. Waarbij de cliënt de ruimte krijgt om zijn of haar mening te geven. De cliënt moet zich veilig voelen om over seksualiteit te spreken.”

Wouter de Wit voert zijn promotieonderzoek uit onder begeleiding van dr. Wietske van Oorsouw en prof. dr. Petri Embregts, vanuit de Academische Werkplaats leven met een verstandelijke beperking (onderdeel van Tranzo) van Tilburg University.