“De brug slaan tussen praktijk en onderzoek”

Ergotherapeut Esther Reijnoudt had al tijdens haar opleiding interesse in de European Master of Science in Occupational Therapy. Maar ze besloot eerst praktijkervaring te gaan opdoen. Dat doet ze bij Warande. Na een jaartje begon het weer te kriebelen. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds gaat ze de master nu alsnog volgen. Zodat ze straks een bijdrage kan leveren aan verbeteringen in de praktijk.

“Ergotherapeuten zijn vaak doeners. Ze handelen graag. Ik ben meer een denker. Dat merkte ik al tijdens de opleiding. Ik had veel vragen: Waarom doen we dit eigenlijk? Wat is de onderbouwing? Daar kreeg ik niet altijd antwoord op. Ik vind het erg leuk om nu in de praktijk te werken. Maar ook daar zie ik dingen die vragen oproepen. Omdat ze misschien anders of efficiënter kunnen. Mijn collega’s en ik hebben allerlei ideeën om de zorg te verbeteren. Toch komt dat nu nog niet zo van de grond. Ik denk omdat de verbinding tussen praktijk en onderzoek beter kan. Daar zou ik heel graag aan willen bijdragen, maar ik heb nog niet de juiste vaardigheden. Zo kwam ik op deze master. Want deze master is er heel erg op gericht om de brug tussen praktijk en onderzoek te slaan.”

Esther Reijnoudt

“De European Master of Science in Occupational Therapy is een samenwerking van 5 Europese hogescholen. Tijdens elke module hebben we 2 weken les aan een van de hogescholen en werken we daarna opdrachten uit. We starten in Brighton, vervolgens zijn we in Amsterdam en daarna gaan we nog naar Zwitserland, Spanje en Zweden. We zijn met 28 studenten uit 13 verschillende landen. Je ziet dus ook hoe ergotherapeuten in andere landen werken. Dat maakt de master extra leuk.”

“De kans die ik van het Zorgondersteuningsfonds krijg is echt enorm. De master is echter niet alleen een kans voor mij, maar ook voor Warande. Want Warande wil graag een expertisecentrum worden. Vanuit de vakgroep ergotherapie hoop ik met het volgen van deze master te kunnen bijdragen aan dit streven.”

“Ik ben me meer bewust van mijn eigen handelen”

“Ik ben me meer bewust van mijn eigen handelen”Marloes Paardekooper, geriatriefysiotherapeut bij Topaz, staat steviger in haar schoenen en kijkt kritischer naar haar werk. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds volgde ze de master Geriatriefysiotherapie in Utrecht. Drie jaar lang 2 dagen werken en minimaal 2 dagen studeren. Pittig, maar zeer de moeite waard. “Ik ben ook enorm gegroeid als persoon.”

Marloes Paardekooper

“Toen ik begon, dacht ik dat ik een studie naast mijn werk ging doen. Maar eigenlijk is het andersom: de studie neemt je leven 3 jaar lang in beslag, ook mentaal. Gelukkig bekostigde het Zorgondersteuningsfonds niet alleen het collegegeld, maar ook mijn opleidingsdag én een studiedag. Ik had dus tijd om te studeren. Dat was ontzettend helpend.”

“De opleiding heeft me veel gebracht. Ik ben me nu meer bewust van mijn eigen handelen. We hebben bijvoorbeeld leren kijken naar ethische en morele dilemma’s. En naar de verschillende belangen die dan spelen. Denk aan het belang van de cliënt, van het zorgpersoneel, van de naaste en van jezelf als fysiotherapeut. Normaal denk je daar niet zo over na. Maar als je dat wel doet, kun je veel beter bepalen of je juist gehandeld hebt of niet. Mijn eigen casus ging over een mevrouw met vergevorderde dementie in het verpleeghuis. Na een ziekteperiode kon ze niet meer zelfstandig staan. Een actieve lift of een draaischijf bleken ongeschikte hulpmiddelen, want mevrouw zakte door haar benen en begreep niet wat ze moest doen. Daarom besloten we haar met een passieve lift te gaan helpen. De dochter vond dat een no-go. Ze wilde per se dat haar moeder weer ging staan. Maar mevrouw was verzwakt en angstig. En als ze door haar benen zakte, moest het zorgpersoneel haar opvangen. Al die verschillende belangen meewegen heeft me achteraf veel inzicht gegeven. En het mooie is dat ik dat nu weet. Bij een volgend dilemma kan ik de belangen al van tevoren afwegen.”

“Ik heb ook handvatten gekregen om wetenschappelijk onderzoek te doen. Zodat ik dat ook in mijn dagelijks werk kan opzetten. Maar daar wacht ik nog even mee. Ik wil nu eerst een tijdje rustig vier dagen werken. Alle kennis neem ik natuurlijk wel mee. Dat merk ik ook in de gesprekken met collega’s. We bespreken casussen op een andere manier, kritischer, inhoudelijker. En last but not least: ik ben ook enorm gegroeid als persoon. Ik heb meer zelfvertrouwen en sta steviger in mijn schoenen. Allemaal dankzij de opleiding.”

“Ik wil weten waarom we voor een bepaalde behandeling kiezen”

De behandeling van mensen met de ziekte van Huntington steeds een stukje beter maken: dat is waar Stella van der Niet, fysiotherapeut bij Topaz, voor gaat. Daarom start ze in september 2022 met de master Klinische Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Het Zorgondersteuningsfonds neemt de kosten van de opleiding en de wekelijkse opleidingsdag op zich.

“Ik werk nu 5 jaar met mensen met de ziekte van Huntington. Dat is een vrij onbekende ziekte die maar relatief weinig mensen hebben. Mijn werkplek Topaz Overduin is een van de grootste expertisecentra voor mensen met Huntington in Nederland. Overduin werkt veel mee aan onderzoeken en stimuleert medewerkers om ook onderzoek te gaan doen. Dat gebeurt via Topcare. Zelf heb ik de Topcare-scholing ook gevolgd. Ik vond het zo leuk dat ik hiermee verder wil. Want door onderzoek te doen kunnen we weer in stapje verder komen in de begeleiding en zorg aan mensen met de ziekte van Huntington.”

Stella van der Niet

“In september 2022 ga ik met steun van het Zorgondersteuningsfonds de master Klinische Gezondheidswetenschappen doen, en dan de richting fysiotherapeutische wetenschappen. Ik ben nu met een pre-master bezig. Daarvoor heb ik eerst staatsexamen wiskunde op vwo-niveau moeten doen. Voor mijn pre-master voer ik een case study van een van onze cliënten uit. Ik word daar enorm enthousiast van. Ik vind het heerlijk om iets nieuws te doen en mijn hersenen op een andere manier aan te zetten. Ik merk het ook in mijn dagelijks werk. Ik neem niet meer zo snel iets aan. Ik wil weten waarom we voor een bepaalde behandeling en voor bepaalde meetinstrumenten kiezen. En dan zie je dat mijn vragen anderen ook weer aan het nadenken zetten. Waarom doen we eigenlijk wat we doen? Alleen daarom al is het goed dat ik deze (pre-)master doe.”

“Ik ben natuurlijk verschrikkelijk benieuwd wat er allemaal uit mijn master gaat komen. Ik heb er in ieder geval heel veel zin in. En ik mag straks zelf kiezen wat ik wil onderzoeken. Dat wordt nog moeilijk, er is nog zoveel te doen voor de mensen met de ziekte van de Huntington! Collega’s komen ook met allerlei suggesties. Dingen die ze samen met mij willen onderzoeken. Het leeft echt bij ons op het werk. Ook dat is ontzettend leuk.”

“In twee jaar tijd ben ik enorm gegroeid”

Maarten Wirtz, fysiotherapeut bij Topaz Revitel, is al jaren bezig met innovatie. Vanuit de praktijk zoekt hij naar manieren om de zorg te verbeteren. Om zijn theoretische basis te versterken, volgde hij de masteropleiding Innovatie in Zorg en Welzijn aan de HU. Het Zorgondersteuningsfonds maakte dat mogelijk. “Het heeft me heel veel opgeleverd.”

“Ik ben al sinds 2012 bezig met innovatie: van beeldschermtechnologie en apps tot kleine aanpassingen in de dagelijkse zorg. Out of the box denken en nieuwe mogelijkheden zien vind ik ontzettend leuk. Mijn uitgangspunt is de zorg verbeteren voor cliënten. Praktijkervaring heb ik genoeg, maar de theoretische basis ontbrak nog een beetje. Daarvoor wilde ik de masteropleiding Innovatie in Zorg en Welzijn volgen. Maar ik zag het niet zitten om een opleiding naast mijn werk te doen. Dankzij het Zorgondersteuningsfonds kon ik twee jaar lang twee dagen per week aan mijn studie besteden: één dag school en één dag om te studeren.”

Maarten Wirtz

“In twee jaar tijd ben ik enorm gegroeid. Voor een literatuurstudie of een goede samenvatting van onderzoeksresultaten draai ik mijn hand nu niet meer om. Minstens zo waardevol is dat ik veel over mijzelf heb geleerd. Zo kwam ik er tijdens de opleiding achter dat ik een systeemdenker ben. Ik kan dingen goed overzien, maar vond het moeilijk om te ‘trechteren’. Voor mij is alles interessant! Tijdens de intervisiegesprekken, die een belangrijk onderdeel zijn van de opleiding, krijg je goed inzicht in jezelf. En worden technieken aangereikt om met je ‘valkuilen’ om te gaan.”

“Mijn eindproduct is een onderzoek naar cliënten die op de zorg moeten wachten nadat ze op de oproepknop hebben gedrukt. Uit de literatuurstudie en de probleemanalyse kwam naar voren dat dit een ‘geaccepteerd’ probleem is. We vinden het dus normaal. En dan kan het gebeuren dat een cliënt na het douchen bloot in de badkamer op de zorg zit te wachten. Ik vind dat niet normaal. Want met de juiste inzichten en de juiste middelen kun je echt iets aan dat wachten doen. Ik heb drie manieren ontwikkeld om het verpleegoproepsysteem te verbeteren. Ook geef ik concrete tips. Binnen Topaz willen ze nu verder met mijn onderzoek. Daarnaast doe ik nu mee aan een groot domoticaproject binnen Topaz. En ik word regelmatig gevraagd om te praten over innovatie in de zorg. Allemaal leuke dingen, waar ik me nu nog beter toegerust voor voel.”

“De kennis uit mijn opleiding komt op allerlei momenten van pas”

Goede samenwerking rondom de cliënt bevordert de kwaliteit van leven. In de opdrachten die Puck Damen voor haar master Innovatie in Zorg en Welzijn uitvoerde, stond samenwerking dan ook centraal. Maar ze leerde nog veel meer aan de Hogeschool Utrecht. Verbanden zien bijvoorbeeld, maar ook borgen en evalueren. Inmiddels is Puck bij Vanboeijen gepromoveerd van persoonlijk begeleider tot adviseur innovatie in de zorg.

“Ik vind het belangrijk dat mensen zichzelf blijven ontwikkelen. Persoonlijk motiveert het mij enorm als ik mezelf blijf uitdagen. Ik was dus blij met de kans om met steun van het Zorgondersteuningsfonds de master Innovatie in Zorg en Welzijn te doen. De opleiding was leerzaam en leuk. Je leert bijvoorbeeld om vanuit een helikopterperspectief naar zaken te kijken. En vervolgens verbanden te zien en verbindingen te leggen. Dan merk je pas hoe in een organisatie alles met elkaar samenhangt.”

Puck Damen

“Het begrip ‘samenwerken’ was een rode draad tijdens mijn opleiding. Een van mijn eerste opdrachten was een conceptanalyse. Ik koos natuurlijk voor ‘samenwerken’. Ik heb geleerd anders te kijken naar dit soort begrippen. ‘Samenwerken’ lijkt zo eenvoudig, maar er zit zoveel achter. Om goed samen te werken moet je met heel veel voorwaarden rekening houden. Voor mijn eindscriptie heb ik ingezoomd op de samenwerking tussen woonlocaties en dagbesteding. Uit mijn onderzoek kwam naar voren dat de verbinding tussen hen vaak ontbreekt. Doordat ze niet weten wat het werk van de ander inhoudt, hebben ze geen begrip voor elkaar. Door de coronacrisis heeft Vanboeijen nog niet echt iets met mijn bevindingen kunnen doen. Daarom is het extra mooi dat door de coronacrisis wél een verandering is opgetreden. Veel dagbestedingsmedewerkers werken nu op de woonlocaties, omdat de dagbestedingen dicht zijn. Zo ontstaat ongemerkt meer begrip.”

“Dankzij mijn opleiding heb ik nu een nieuwe functie bij Vanboeijen. Hiervoor was ik persoonlijk begeleider op de groep en besteedde ik een paar uurtjes per week aan innovatie. Nu werk ik 4 dagen per week als adviseur innovatie in de zorg. Ik kijk welke processen anders kunnen en welke innovaties voor ons nuttig kunnen zijn. Heel leuk vind ik het als medewerkers bij mij aankloppen met een vraag. Dan onderzoeken we samen wat het probleem is en welke interventie helpend kan zijn. En hoe we die interventie kunnen inzetten. Vervolgens borgen en evalueren we de interventie. Ook dat heb ik tijdens de master geleerd: als je niet reflecteert op wat je doet, weet je niet of je het gewenste effect hebt behaald. De kennis uit mijn opleiding komt op allerlei momenten van pas.”

“Ik kan nu beter analyseren”

Ergotherapeut Rimmie Meijs (29) wil de zorg voor cliënten met hersenletsel verbeteren. Met aandacht voor de lichamelijke én de onzichtbare gevolgen. Haar wens is een cognitief revalidatieprogramma op te zetten binnen revalidatiehotel Topaz Revitel. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds volgde ze de master Neurorevalidatie en Innovatie aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. “We screenen nu elke revalidant op cognitieve problemen.”

“Neurologie heeft mijn passie. Cliënten met hersenletsel zijn zo’n boeiende groep om mee te werken! Je ziet dat hun lichaam niet meer goed functioneert, maar er zijn ook onzichtbare gevolgen. Ze ervaren bijvoorbeeld problemen met het geheugen, het plannen en organiseren van handelingen of er is sprake van een gedragsverandering. Ik had al meerdere cursussen gevolgd om me in de neurologie te verdiepen. Heel leerzaam, maar naar mijn idee nog te veel gericht op de individuele cliënt. Ik wilde graag cliëntoverstijgend leren denken.”

Rimmie Meijs

“In november 2019 heb ik de master Neurorevalidatie en Innovatie afgerond. Echt een aanrader voor wie interdisciplinair wil leren kijken. Mijn doel is een cognitief revalidatieprogramma op te zetten binnen Topaz Revitel. Tijdens de master heb ik een methode gekozen en geïmplementeerd. We screenen nu elke revalidant op cognitieve problemen. De resultaten komen op een cognitieve kaart, met daarbij een benaderingswijze voor de zorg. Zodat we allemaal op dezelfde manier omgaan met een cliënt. Dat is heel belangrijk bij cognitieve problemen. Ook zijn we begonnen met meeloopdagen voor mantelzorgers. Om te laten zien hoe ze het straks in de thuissituatie kunnen aanpakken. Ik heb ook geleerd hoe ik mijn collega’s kan meenemen in al deze veranderingen. Als je iets structureel opzet, met een goede onderbouwing, slaat het enthousiasme vanzelf over.”

“Ook op persoonlijk vlak heb ik veel geleerd. Ik kan nu beter analyseren en sta steviger in mijn schoenen. En ook al was het druk, ik heb een hele leuke tijd gehad. Als kers op de taart kreeg ik een flexcontract bij de opleiding. Ik ga nu zelf ook colleges geven. Daar ben ik superblij mee. Verder werk ik nu weer gewoon drie dagen per week als ergotherapeut. Dat is fijn, want ik heb het ‘gewone’ werk wel gemist. Ik zoek nu naar de balans tussen mijn gezin, mijn werk als ergotherapeut en mijn onderzoek. Want dat houd ik wel vast. Zo kijk ik nu of we de cognitieve kaart ook in de keten kunnen introduceren. Als ziekenhuizen, huisartsen en andere hulpverleners in de eerste lijn de kaart ook gaan gebruiken, kunnen we de zorg voor cliënten met hersenletsel verder verbeteren.”

“Een Drentse wachtlijstaanpak met inzet van ervaringsdeskundigen”

Luisteren, aansluiten, contact maken: volgens Marcel Niezen, ervaringswerker bij GGZ Drenthe, is dat de essentie van de zorg. Het past ook goed bij de herstelvisie, waar hij een warm pleitbezorger van is. Maar hoe brengen zorgverleners deze herstelondersteunende zorg goed in praktijk? Dat is nog weinig onderzocht. Voor Marcel reden genoeg om de master Social Work aan de Hanzehogeschool Groningen en de NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden te volgen. Hij deed dat met steun van het Zorgondersteuningsfonds.

“Ik werk bij de afdeling Duurzaam Verblijf van GGZ Drenthe, waar mensen met een verslaving en een psychische aandoening gedwongen zijn opgenomen. Een leuke en uitdagende werkplek. Zelf heb ik ook een verslavingsverleden. Ervaringswerkers kunnen een waardevolle bijdrage aan de zorg voor psychiatrische patiënten leveren. Maar wat het effect van de inzet van ervaringsdeskundigen precies is, is nog nauwelijks onderzocht. Daarvoor wilde ik de master Social Work doen.”

Marcel Niezen

“De master Social Work is een tweejarige opleiding. Elk semester sluit je af met een onderzoek. Mijn onderzoeken gingen allemaal over herstelondersteunende zorg en ervaringsdeskundigheid. Geïnspireerd door GGZ Noord-Holland-Noord, waar ze een herstelondersteunende intake hebben, deed ik bijvoorbeeld onderzoek naar de rol van ervaringsdeskundigen bij de intake. Heel mooi is dat mensen zich vaak veiliger voelen als er een ervaringsdeskundige aanwezig is en dan ook andere informatie delen. Zelf had GGZ Noord-Holland-Noord, dankzij de ervaringsdeskundigen, al ontdekt dat vier op de tien mensen op de wachtlijst op een andere manier geholpen kunnen worden. Deze bevinding, samen met de berichten in de media over wachtlijsten in de ggz en een opmerking in het hoofdlijnenakkoord voor de ggz over de inzet van ervaringsdeskundigen, bracht mij op het idee voor mijn thesis: kunnen ervaringsdeskundigen een rol vervullen bij het terugdringen van de wachtlijsten?”

“De master Social Work wil zijn studenten niet opleiden tot onderzoeker, maar tot veranderaar. Ik denk dat dat in mijn geval gelukt is. De directie van GGZ Drenthe was zo enthousiast over mijn onderwerpskeuze dat ik de formele opdracht kreeg om er een Drentse wachtlijstaanpak met inzet van ervaringsdeskundigen van te maken, inclusief tips en aanbevelingen. Een uitdagende klus vanwege het grote aantal partijen dat bij de wachtlijstproblematiek betrokken is: gemeenten, huisartsen, zorgverzekeraars, het werkveld, het ministerie van VWS en natuurlijk de mensen op de wachtlijst. Maar het heeft de organisatie én mij persoonlijk ontzettend veel opgeleverd. De directie van GGZ Drenthe heeft uit mijn ontwerpideeën voor een Drentse wachtlijstaanpak gekozen voor het positioneren van ervaringsdeskundigen bij de huisarts. Vanuit de gedachte dat we al flinke winst behalen als we kunnen voorkomen dat mensen op de wachtlijst terechtkomen. Verder is er in Emmen een wachttijdbegeleidingsgroep opgericht en wordt er onderzoek gedaan naar een Drentse herstelacademie. Zelf ben ik toegetreden tot het bestuur van de Vereniging van Ervaringsdeskundigen en ben ik nu lid van de werkgroep wachttijden van MIND. Ook heb ik beleid geschreven voor de structurele inzet van ervaringsdeskundigen binnen GGZ Drenthe. Ik ben dan ook ontzettend blij dat ik deze opleiding dankzij het Zorgondersteuningsfonds heb kunnen doen!”