AAN VRAGEN

“Hoe herkenbaar is traumatische rouw?”

Sinds de ramp met MH-17 is het onderwerp traumatische rouw meer in de belangstelling gekomen. Toch krijgen mensen met angst- en stemmingsklachten door verlies niet altijd de goede diagnose. Simon Groen, cultureel antropoloog en senior onderzoeker bij De Evenaar, Centrum voor Transculturele Psychiatrie Noord-Nederland van GGZ Drenthe, wil weten hoe vaak dit gebeurt. Om vervolgens met betere voorlichting de bekendheid van traumatische rouw te vergroten.

“Bij het Centrum voor Transculturele Psychiatrie werk ik veel met vluchtelingen. Een van onze patiënten verloor tijdens zijn omzwervingen zijn kind. Eenmaal in Nederland kreeg hij zes traumabehandelingen, maar het effect was minimaal. Tot hij bij ons kwam en wij de Traumatic Grief Inventory-Self Report bij hem afnamen. Deze vragenlijst is speciaal ontwikkeld om traumatische rouw te herkennen. Onze patiënt scoorde hoog. Nu zijn behandeling is afgestemd op het verwerken van zijn enorme verlies, gaat het beter. Ik denk dat dit voorbeeld genoeg zegt. Het is toch erg als iemand zes keer de hoop heeft om beter te worden en het lukt telkens niet?”

Simon Groen

“Traumatische rouw is een disproportionele reactie op het verlies van een dierbare, zoals een familielid. Klachten veroorzaakt door het verlies blijven dan lang voortbestaan. Waardoor mensen zich bijvoorbeeld niet meer kunnen concentreren of niet meer functioneren op hun werk of niet meer slapen. Dat traumatische rouw bestaat, is nog niet zo bekend, bij cliënten noch behandelaren. Het is een nieuwe stoornis in de DSM-5. Het is dus niet zo gek dat mensen die te maken hebben met verlies bij de dokter een andere diagnose voor hun psychische klachten krijgen. Zoals depressie of PTSS. Onderzoek heeft echter aangetoond dat traumatische rouw echt iets anders is. En ook echt om een andere behandeling vraagt.”

“Wij willen weten hoe vaak mensen met angst- en stemmingsklachten last hebben van traumatische rouw. We kijken daarbij niet alleen naar patiënten van ons eigen centrum, maar ook naar patiënten van de polikliniek in Assen. En we gaan ook ‘verder terug’, want misschien gaat het om voorvallen die lang geleden plaatsvonden, maar nooit zijn gezien. Ook willen we weten hoe herkenbaar traumatische rouw eigenlijk is voor behandelaars. Daarnaast onderzoeken we hoe de behandeling van traumatische rouw er het beste uit kan zien. Dat doen we samen met ervaringsdeskundigen, ex-patiënten en behandelaars. Want we willen de behandeling goed afstemmen op de wensen en behoeften van de mensen om wie het gaat. De resultaten van ons onderzoek verspreiden we via voorlichtingsmateriaal, workshops en trainingen. Zodat zoveel mogelijk mensen met traumatische rouw de behandeling krijgen die ze nodig hebben.”