“Beter slapen en minder psychiatrische klachten”

Maaike van Veen (41) werkt als psychiater bij GGZ Drenthe. Ze ziet de aandacht voor slaapproblemen toenemen in de maatschappij. Maar nog nauwelijks binnen de GGZ. Terwijl er wel een verband bestaat tussen slecht slapen en psychische klachten, zoals gedragsproblemen. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds onderzoekt ze het effect van een cognitieve gedragstherapie voor chronische slapeloosheid bij cliënten in de forensische psychiatrie.

“Als je aan behandelaren vraagt waar cliënten het meeste last van hebben, staan slaapproblemen in de top 3. Slapeloosheid komt heel veel voor bij psychiatrische aandoeningen. En het houdt verband met andere klachten. Iedereen weet dat je van slecht slapen prikkelbaar wordt en jezelf minder goed onder controle kan houden. Bij onze doelgroep kan dat leiden tot verslaving en agressief gedrag. Sinds een aantal jaar werk ik als onderzoeker in de forensische psychiatrie. Dat zijn cliënten met psychiatrische problemen die een delict hebben begaan. In de behandeling van deze cliënten besteden we veel aandacht aan het voorkomen van een nieuw delict. Terugkijkend zeggen veel cliënten dat ze wellicht nooit tot hun daad waren gekomen als hun slaap niet zo verstoord was. Ze koppelen het plegen van hun delict aan slapeloosheid. Dan is het toch eigenlijk gek dat we ons nauwelijks bezighouden met hun slaapproblemen en de gevolgen voor hun gedrag?”

Maaike van Veen

“Er bestaat een goede, effectieve behandelmethode bij slapeloosheid voor de ‘gewone’ populatie, een cognitieve gedragstherapie. In de psychiatrie, en zeker in de forensische psychiatrie, gebruiken we de methode echter nog weinig. De kennis ontbreekt en er zijn onvoldoende therapeuten die de therapie kunnen geven. Bovendien wordt slaapbehandeling binnen de GGZ niet als aparte DBC vergoed. Zorgverzekeraars zien slaap als een lichamelijk probleem. Ondertussen boekt de therapie in de gewone populatie prachtige resultaten, veel beter dan de gewone slaapmedicatie. Ook mensen met bijkomende aandoeningen, zoals kanker of depressie, profiteren van de behandeling. Ik wilde dan ook heel graag bij onze cliënten het effect onderzoeken.”

“Dankzij het Zorgondersteuningsfonds kan ik het onderzoek nu opzetten én uitvoeren. Ons eerste doel is kijken of cliënten beter gaan slapen en vervolgens minder psychische klachten ervaren. Een tweede onderzoeksvraag is of cliënten minder impulsief zijn als hun slaap verbetert, of ze een beetje beter op hun rem kunnen drukken. Want dat is een belangrijk gegeven voor mensen die zich voorbereiden op een terugkeer in de maatschappij. Zo dient het onderzoek meerdere doelen: dat cliënten zich beter voelen en de maatschappij een beetje veiliger wordt.”

“Een hulpmiddel waar begeleiders én de cliënt wat aan hebben”

Daphne Konz (43) is arts voor verstandelijk gehandicapten bij Stichting Zuidwester. Ze werkt al jaren intensief met mensen met een licht verstandelijke beperking. Mensen die graag zo zelfstandig mogelijk zijn, maar met medicatie wel eens in de problemen komen. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds ontwikkelde Daphne een werkwijze waarmee begeleiders afspraken met cliënten kunnen maken over medicatie in eigen beheer.

“Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) willen zo zelfstandig mogelijk zijn. Dat streven ondersteun ik van harte. Maar het moet wel veilig zijn. Laatst had een cliënt zo’n kiespijn dat hij in een dag een heel doosje ibuprofen had opgemaakt. Hij wist gewoon niet wat er kan gebeuren als je de dosering overschrijdt. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben ouders of begeleiders die helpen en het medicatiebeheer soms zelfs overnemen. Bij mensen met een licht verstandelijke beperking is dat anders. Maar als begeleiders er met hun cliënten over willen praten, stuiten ze vaak op verzet. Daarom wilde ik graag een werkwijze ontwikkelen waarmee begeleiders afspraken kunnen maken over medicatie in eigen beheer. Dat is gelukt, dankzij de steun van het Zorgondersteuningsfonds.”

Daphne Konz

“De BEM-VG is vooral een inhoudelijk hulpmiddel: Welke vragen kunnen begeleiders stellen? En hoe weten ze dat de patiënt het zelf kan? Maar makkelijk is het niet. Daarom hebben we ook veel tijd en aandacht aan uitlegmaterialen besteed. We hebben een mooie infographic en info-animatie gemaakt. Het geheel is heel aantrekkelijk geworden, ik ben er echt trots op.” (De info-animatie staat onderaan dit interview.)

“Zelf heb ik ook veel geleerd van dit onderzoek. Bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om de werkvloer serieus te nemen. Ik had een expertgroep samengesteld – met onder andere een ouder van een cliënt, een opleidingskundige en een LVB-expert – om de vragen aan de cliënt te formuleren. Met de juiste woordkeuze en op de juiste toon. Toen we de uitgewerkte vragenlijst aan begeleiders voorlegden, lachten ze ons uit: onze formuleringen waren voor geen van de deelnemende cliënten geschikt. Begeleiders wisten precies hoe ze de vragen moesten vertalen naar de manier waarop zij gewend zijn om met hun cliënten te communiceren. Cliënten met een LVB verschillen ontzettend van elkaar. Voor sommigen zijn korte zinnen in jip-en-janneketaal passend, anderen vinden dat juist kinderachtig. Het laat zien dat in het dagelijks leven van cliënten de begeleiders de experts zijn.”

“Ook waardevol was de rol van de ervaringsdeskundige, als project assistent bij het onderzoek. Het Zorgondersteuningsfonds stelde als voorwaarde dat we cliënten bij elke fase zouden betrekken. Dat vond ik best lastig. Want hoe betrek je een cliënt bij bijvoorbeeld de data-analyse? Toch hebben we daar een modus voor gevonden en dat leverde zoveel op! We kregen inzichten en duiding die we anders nooit gehad hadden. Verder ben ik dankbaar dat ik dankzij het Zorgondersteuningsfonds dit onderzoek onder werktijd kon doen en deskundige collega’s op het gebied van medicatieveiligheid, zorg en onderzoek kon inzetten. Zonder subsidie hadden we dit thema niet zo zorgvuldig kunnen onderzoeken. Ik krijg uit het hele land reacties van zorgorganisaties, dat ze blij zijn dat de BEM-VG er nu is.”

Info-animatie Veilig beheer en gebruik medicatie