AAN VRAGEN

“Voorkomen dat mensen op mijn afdeling terechtkomen”

Is een psychose te voorkomen? Zo vroeg mogelijk behandelen helpt. Zicht hebben op alle mogelijke voorspellers van een psychose is dan essentieel. Daan Jan Kuis (38) is verpleegkundig specialist ggz bij de afdeling langdurige zorg van GGZ Drenthe. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds doet hij promotieonderzoek naar de relatie tussen negatieve symptomen en het risico op een psychose. En naar het effect van interventie.

“Het is inmiddels algemeen erkend: hoe sneller we mensen met een psychotische stoornis behandelen, hoe beter hun prognose. Nu screenen we deze mensen vooral op positieve symptomen, zoals hallucinaties en wanen. Want dat zijn goede voorspellers van een psychose. Het bijbehorende behandelprogramma slaat echter niet bij iedereen aan. Het vermoeden bestaat dat ook negatieve symptomen een psychose kunnen voorspellen. Zoals moeite met sociaal functioneren, interesseverlies, motivatieverlies, niet uit bed kunnen komen. Mijn onderzoek richt zich op deze negatieve symptomen.”

Daan Jan Kuis

“Ik kijk of mensen met een verhoogd risico op een psychose ook negatieve symptomen hebben. En of interventie ernstige psychoseklachten kan voorkomen en het slechte beloop kan verbeteren. Om zo hun kwaliteit van leven helpt verbeteren. De interventie richt zich op werken of school, want dat is van wezenlijk belang voor deze doelgroep. Ik werk daarbij samen met hun trajectbegeleiders. Zij nemen de vragenlijsten af bij hun cliënten en zij geven de behandeling. Maar dat doen ze alleen als ze het belang ervan inzien. Ik moet mijn onderzoek dus goed promoten. Het is meer dan literatuuronderzoek, data analyseren en schrijven. Dat vind ik leuk. En dankzij het Zorgondersteuningsfonds heb ik daar nu ook de tijd voor.”

“Zelf werk ik bij de afdeling langdurige zorg van GGZ Drenthe. Daar verblijven chronische patiënten, sommigen al meer dan 20 jaar. Het zijn mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben, die we niet meer beter kunnen maken. Wel kunnen we proberen hun leven zo aangenaam mogelijk te maken. Dat gaat in kleine stapjes. Die aanpak ligt me wel. En daarom past onderzoek doen goed bij mij: ook dat is een lange weg met pas na een paar jaar resultaat. Tegelijkertijd onderstreept mijn eigen patiëntengroep dagelijks het belang van mijn onderzoek. Toen zij bij ons binnenkwamen, hadden we nog niet de kennis van nu. Als we toen sneller met een behandeling waren gestart, hadden ze hier misschien niet gezeten. Ik onderzoek hoe we kunnen voorkomen dat mensen op mijn afdeling terechtkomen.”

Daan Jan Kuis bouwt voort op eerder onderzoek van prof. dr. Marieke Pijnenborg, adjunct-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en hoofd afdeling wetenschappelijk onderzoek langdurige zorg bij GGZ Drenthe. Marieke Pijnenborg is zijn promotor.