Hoe bespreek je je zorgen over de opvoedsituatie met ouders met een licht verstandelijke beperking? Het liefst op een prettige en duidelijke manier, zonder ‘beoordelend’ over te komen. Dit onderwerp houdt Carola van Hof, gedragswetenschapper bij Reik, al jaren bezig. Vanuit Alliade werkt ze, met steun van het Zorgondersteuningsfonds, aan een praktisch hulpmiddel voor ouders.
“Zorgen over de opvoedsituatie zijn een gevoelig, lastig en complex gespreksonderwerp, zowel voor ouders met een licht verstandelijke beperking (LVB) als hun hulpverleners. Hulpverleners willen benoemen wat ze zien, om zo de opvoedsituatie te verbeteren. Ouders zijn bang voor kritiek, hebben andere zorgen of begrijpen niet wat dan beter moet. Het is alweer jaren geleden dat bij Reik een gezinshulpverlener de ‘goed genoeg opvoederslijst’ (GGO) ontwikkelde. Zo’n lijst was er nog niet, terwijl de behoefte groot was. Natuurlijk waren er wel risico-inventarisatie-instrumenten, maar die zijn vooral beoordelend, gericht op wat niet goed gaat. Wij willen ouders juist helpen de opvoeding – en het gesprek daarover – te verbeteren.”
“Toen onze hulpverleners de GGO in de praktijk gingen gebruiken, ben ik de lijst theoretisch gaan onderbouwen. Zo heb ik de GGO doorontwikkeld tot de Gespreks- en Observatielijst Opvoedingssituatie in gezinnen met een Licht Verstandelijke Beperking (GOO-LVB). Vervolgens ontstond het idee om de GOO-LVB te valideren. Ik vroeg de gezinshulpverleners via een enquête naar hun ervaringen. En nam daarin ook hun indruk van wat ouders van de lijst vonden mee. ‘Te lang’ en ‘te moeilijk taalgebruik’ kreeg ik terug. Maar wat vonden ouders zélf van de GOO-LVB? Eigenlijk wilde ik een gevalideerde GOO-LVB voor ouders maken. Dat was het onderwerp van mijn eerste subsidieaanvraag bij het Zorgondersteuningsfonds. Maar die werd afgewezen.”
“Natuurlijk is het even slikken als je een afwijzing krijgt. Maar uiteindelijk was het heel helpend. De programmacommissie maakte een heel belangrijke kanttekening: zitten ouders wel op zo’n lijst te wachten? Wat is eigenlijk de behoefte van ouders? Ik heb mijn onderzoek nu heel anders opgezet. Met steun van het Zorgondersteuningsfonds ontwikkel ik – met de GOO-LVB als achtergrond – een praktisch hulpmiddel voor het gesprek tussen ouders en hulpverleners. En dat doe ik samen met ouders. Ik ga zowel ouders interviewen die de GOO-LVB kennen, als ouders die nog nooit van die lijst gehoord hebben. Zo wil ik achterhalen wat zij verstaan onder goed opvoeden en wat helpend kan zijn. Wat eruit gaat komen weet ik nu nog niet. Het kan een filmpje zijn, een spel of kaarten, alles is goed. Zolang het ouders en hulpverleners op een praktische manier ondersteunt bij het gesprek over opvoeding.”