Over PTSS bij mensen met een ernstige tot matige verstandelijke beperking is nog weinig bekend. Terwijl het langdurig psychisch lijden kan veroorzaken en een rol kan spelen bij moeilijk verstaanbaar gedrag. Speciaal voor deze groep paste Annemieke Hoogstad, gz-psycholoog bij Amerpoort, een trauma-interview aan. Dat valideert ze nu met hulp van het Zorgondersteuningsfonds. Ook onderzoekt ze het effect van een behandeling met EMDR.
“Ik werk al best een tijd als gedragsdeskundige voor mensen met een verstandelijke beperking. Sinds 10 jaar behandel ik mijn cliënten ook met EMDR. Rond die tijd kwam het onderzoek naar trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking op gang. Het gevolg was dat ik steeds meer mensen met een licht verstandelijke beperking kreeg aangemeld. Maar mensen met een diepere beperking zag ik eigenlijk niet. Dat viel op, het klopte niet. Herkennen we trauma’s bij deze groep wel? Ik merkte dat hier een gat in onze kennis zit. Dáár wilde ik onderzoek naar doen.”
“Veel mensen, ook mensen met een verstandelijke beperking, maken in hun leven traumatische gebeurtenissen mee. Een deel daarvan ontwikkelt PTSS. Als deze mensen niet behandeld worden, blijven de problemen vaak bestaan. Mensen met een ernstige tot matige verstandelijke beperking kunnen niet of beperkt praten over hun gevoelens of vertellen wat ze hebben meegemaakt. Gedrag is de belangrijkste manier waarop ze het kunnen uiten. We zijn begonnen met het aanpassen van een bestaand trauma-interview voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Om het bruikbaar te maken voor mensen met een ernstige tot matige verstandelijke beperking. Met hulp van het Zorgondersteuningsfonds valideren we dit aangepaste trauma-interview, door het te gebruiken bij een grote groep cliënten van meerdere zorgorganisaties. Tegelijkertijd kijken we of we PTSS bij cliënten met een ernstige verstandelijke beperking kunnen behandelen met EMDR. Zien we na behandeling met EMDR een verandering in PTSS-symptomen en moeilijk verstaanbaar gedrag?”
“Ik hoop dat dit onderzoek helpt om mensen bewust te maken dat onder moeilijk verstaanbaar gedrag een trauma kan liggen. Dat het een van de hypotheses is. Daar is nu gewoon nog te weinig aandacht voor. En dat mensen dan ook weten dat behandeling met de EMDR-verhalenmethode zin heeft. De voorlopige resultaten van de effectstudie zijn positief. Ook ontmoet ik nu al begeleiders die na een geslaagde interventie bij de ene cliënt suggereren dat EMDR misschien ook kan werken bij een andere cliënt. Dat vind ik mooi, die olievlek hebben we nodig. Want om langdurig psychisch lijden van mensen met een ernstige tot matige verstandelijke beperking te voorkomen, moeten we zoveel mogelijk mensen bereiken.”